Dramatische titel voor een dramatisch verhaal. Een voormalig cliënte van mij heeft het ruim 20 jaar voor zich gehouden en als onderdeel van het integreren van delen van haar verleden, en tevens om vrouwen in een soortgelijke situatie een hart onder de riem te steken om erover te (gaan) durven praten, is ze aan het schrijven geslagen.
Vooralsnog publiceert ze hier nog niet onder haar eigen naam, maar wat niet is kan nog komen. Het is ook niet niks om jarenlang, gedwongen door je eigen man, in de prostitutie gezeten te hebben en uiteindelijk de moed te vinden om, letterlijk met gevaar voor eigen leven, eruit te stappen. Het is een verhaal wat zich weven zal, chronologisch vaak van de hak op de tak zal springen en misschien taalkundig niet altijd een even geletterd voorkomen zal hebben, maar het is een verhaal waard om verteld te worden, voor al die vrouwen die op de een of andere manier in het nauw zitten, of hebben gezeten.
We noemen haar Carla.
Je doet maar
Ik had mijn ex verteld dat ik verliefd op iemand was. Niet iemand van het werk maar iemand die ik had ontmoet bij de paarden. Hem gezegd dat ik niet langer kon werken. Dat ik het niet meer kon velen aan mijn lijf en dat ik weg ging bij hem. Hij wilde niet dat ik ging en zei dat hij me zou doodschieten. Al die tijd heb ik mezelf voorgehouden dat ik wist dat hij me niet wilde doodschieten. Ik was ook niet bang. Maar ik was ook niet niet-bang. Ik voelde eigenlijk niks en vond alles best.
Later zei iemand eens dat het ontzettend moedig en dapper was dat ik weg ben gegaan. Maar ik was helemaal niet dapper. Ik voelde gewoon niks. Als hij maar voorzichtig was voor mijn hond en ik uiteindelijk maar gewoon kon gaan. Verder weet ik er niks meer van.
Alle detail volledig geblokt, volgens C. uit zelfbehoud. Afgescheiden. Volgens haar heb ik onbewust het juiste gedaan: niet reageren. Er niet tegen in gaan. Niet gillen. Geen enkele aanleiding geven aan hem om te in actie te komen. Oh… maar dat was dan niet bewust. Ik weet niet meer of ik op het moment zelf ook dacht dat hij me niet echt dood zou schieten, of dat ik me dat later heb bedacht. Ik kan de gevoelens en emoties of het gebrek eraan, niet meer goed in de tijd plaatsen.
Ook nu terwijl ik dit schrijf heb ik moeite om te geloven dat er een lading op zit. Ik merk wel dat ik ontwijkgedrag krijg. Ik wil andere dingen doen. Er niet over schrijven. Een stemmetje in mijn hoofd probeert me te overtuigen dat er geen lading op zit en alles wat ik nu doe, hoe ik er nu de aandacht op vestig, het alleen maar erger maakt dan het was. “Hij wou je niet dood schieten en je was niet bang. Je bent gewoon weggegaan en klaar. Verder niks aan de hand.”
De volgende dag, of was het twee dagen daarna? Dat weet ik niet meer precies. Ik had een kamer gehuurd. Dat had ik allemaal al geregeld voor ik wegging. Het was avond en de bel ging. H., de man waar ik verliefd op was, stond net in de gang en het was L. – mijn toen nog niet ex-man- die aanbelde. Hij was me gevolgd. Hij bedreigde H. en die maakte dat hij wegkwam. L. bleef op me inpraten en wilde niet weggaan.
Ik weet niet meer wat hij allemaal heeft gezegd. Ik geloof dat ik het op dat moment ook niet gehoord heb. Ik was totaal verdoofd en het kon me geen snars schelen wat hij wou. Hij liep nog steeds rond, met zijn pistool in zijn hand, maar ook dat drong niet echt tot me door. Hij zei iets in de trant van: “Als …(wat dat “als” was, weet ik niet meer) dán blijf ik gewoon hier”. “Ik ga niet weg tot je…” geen idee meer wat dat was. Zoals gezegd, ik herinner me lang niet alles meer. Ik dacht wel: “Best, je doet maar”. Ik had maar één kamer gehuurd, met een hoekbank waar ik ook op sliep.Ik ben op die bank gaan liggen en in slaap gevallen.
Wat L. heeft gedaan? Ik heb geen flauw idee. Hij had gezegd dat hij niet van plan was weg te gaan en dat hij zou blijven slapen. Ik geloof dat hij ook op de bank is gaan liggen. Maar het is allemaal niet tot me doorgedrongen. Ik ben echt gewoon in slaap gevallen en ’s-morgens was hij weg.
Inmiddels had ik ook een baantje op kantoor gevonden en daar was ik net sinds een paar dagen begonnen. Ik ben die ochtend gewoon naar mijn werk gegaan alsof er niks aan de hand was. Volgens mij ging mijn lijf op de automatische piloot gewoon zijn gang. Ik was er niet echt bij.
Ik lees het stukje over mijn ex net terug en ineens bedenk ik me dat hij wel geschoten heeft. Er zat een gat in de vloer en in mijn bed. En ik zei nog: “doe voorzichtig voor Pepijn” (Pepijn was onze hond). Het was niet gericht schieten maar zo’n beetje in het wilde weg. Als dreiging of zo. Heel onwerkelijk.
Carla